Poetisch Arboretum

header_de_zijderups_1024x180

ARBORETUM POETICUM
Gedichten bij bijzondere bomen op de Evenaar (3 km lange laan in Almere).
De Evenaar in Almere Buiten bestaat al jaren, het is de verkeersader van Almere Buiten die dagelijks door vele Almeerders wordt gebruikt. Het is een weg van 3 km lang die letterlijk de verbinding vormt tussen verschillende wijken in Almere Buiten, maar het is ook de verbinding tussen het centrum van Almere Buiten en de A6. Tussen de rijstroken is een groenstrook van 50 meter breed waar sportvoorzieningen zijn geplaatst: een voetbal-, een basketbal- en een tenniskooi, een skatepark en twee jeu de boulesvelden. Langs die sportvoorzieningen loopt een pad voor wandelaars, maar ook joggers of skaters kunnen er gebruik van maken; op dat pad staan maatstrepen waaraan de afgelegde afstand kan worden afgemeten. Almere Buiten is een kinderrijk gebied en aan de Evenaar liggen verschillende basis- en middelbare scholen, m.a.w. de sportvoorzieningen zijn daar op hun plaats en ze worden dan ook goed gebruikt.
De Evenaar is ook ingericht als arboretum (een bomententoonstelling). Er staan al heel veel bijzondere bomen en bij al die bomen staan hun Latijnse namen – informatie ter bevordering van de algemene ontwikkeling maar ook om de natuurinteresse en -beleving te stimuleren. Het gebied heeft de uitstraling van een lengtepark en is ingericht door een landschapsarchitect (eerst Boto van der Meulen en momenteel Pauline Wieringa) in dienst van de Gemeente Almere, die ook voor de verdere ontwikkelingen verantwoordelijk blijft. Het beheer valt onder de verantwoordelijkheid van de Gemeente Almere.
In 2006 is het plan opgevat om het arboretum uit te breiden tot een poëtisch arboretum. In het projectplan stond geschreven dat er acht gedichtenplaten van cortenstaal zouden worden gelegd bij acht verschillende bomen, zodat er een gedichtenroute zou ontstaan. De Gemeente Almere heeft daar geld voor vrijgemaakt. Het plan bestond uit drie delen.
Voor het eerste deel is er een wedstrijd uitgeschreven voor Almeerse dichters om bij vier verschillende bomen gedichten te schrijven. Die wedstrijd werd gewonnen door Rim Sartori, Annemieke van Rooijen, Annemarie Beeker en Dorine Ratulangie. In juni 2007 zijn die vier platen onthuld.
Voor het tweede deel werd gevraagd aan het kunstenaarsduo Siemen Bolhuis en Hein Walter (beiden gevestigd in Almere Buiten) om een kunstwerk te ontwerpen waarin woord en beeld elkaar zouden versterken en de woorden bovendien gelezen moesten kunnen worden als een poëtische verantwoording van het gebied, de Evenaar. Dat resulteerde in het beeld ‘Ik ben buiten’ dat in 2009 werd onthuld; het staat in het midden van de Evenaar.
In 2010 werd het laatste deel van het projectplan gerealiseerd: dichter Hein Walter had daarvoor een werkwijze ontwikkeld om gedichten te schrijven samen met verschillende groepen die wonen of werken aan de Evenaar. Dat werden de bewoners van de seniorenflat aan de Palembangweg, leerlingen van basisschool De Dukdalf en leerlingen van het Buitenhout College.
Op 23 juni 2010 werden de drie laatste gedichtenplaten feestelijk onthuld en werden er sportevenementen gehouden op de oude en nieuwe sportlocaties. Daarmee was het project Arboretum Poeticum afgerond.
Of toch niet? Het enthousiasme voor de poëzieroute is inmiddels groot en de roep klinkt om voortzetting ervan. Het idee is opgekomen om van de poëzieroute een groeiende gedichtenroute te maken met jaarlijks een aanvulling. De Gemeente Almere staat daar wel voor open, wil er ook wel financieel aan bijdragen en ook werk ervoor verzetten, maar wil en kan de kosten niet meer alleen dragen. Stichting De Zijderups wil het project graag voortzetten en Hein Walter, die als dichter al betrokken is, zal projectleider worden.
In 2013 werd een volgende gedichtenplaat onthuld, een gedicht van Judith Herzberg.

VERSLAG VAN DE POËZIEPROJECTEN VAN 2009/2010
Zwarte Populier
Het gedicht ‘Zwarte Populier’ heb ik samen met zeven vrouwen geschreven, bewoners van de rode flat aan de Palembangweg. We zijn daarvoor verschillende keren bij elkaar gekomen, eerst om poëzie van anderen te lezen, te bespreken, proberen in te voelen en er begrip voor te krijgen. Na vijf ontmoetingen zijn de bewoners zelf gaan schrijven.
Op 16 april 2009 was de eerste bijeenkomst. Ik had mapjes gemaakt met daarin de gedichten die we de eerste keer zouden bespreken en een lijst met begrippen en uitleg. De eerste keer was al meteen een geweldige bijeenkomst. De gedichten die werden besproken waren steeds weer aanleiding voor bijzondere en persoonlijke gesprekken waarbij er ook dingen werden gezegd die niet eerder waren uitgesproken. Maar de rode draad in die samenkomst was natuurlijk de poëzie. Ik had een afwisselende verzameling gedichten uitgezocht, met moeilijke, rijmende, humoristische, korte, lange, vertaalde, confronterende, bekende gedichten en onbekende. Ik las de gedichten steeds eerst voor en liet daarna de vrouwen er zelf iets over zeggen voordat ik dat deed. Duidelijk werd dat poëzie niet altijd zo ingewikkeld is als het op het eerste gezicht lijkt, dat een gedicht vaak op meerdere manieren begrepen of gevoeld kan worden, maar ook dat iemand uit de groep een gedicht soms beter begreep dan ik! Waar ik vooral heel gelukkig mee was, was dat de vrouwen steeds enthousiaster werden en poëzie steeds leuker begonnen te vinden! Dat had ik vooraf wel gehoopt, maar ik was eigenlijk toch wel verrast dat het ook echt gebeurde.
Bij de zesde ontmoeting gaf ik een schrijfopdracht. Dat ging als volgt: schrijf heel ruim en breedsprakig een gedicht over de zwarte populier (er was op internet onderzoek gedaan en er waren plaatjes geprint). Daarna moesten ze van alle zinnen die ze hadden opgeschreven het kernwoord noteren. Die kernwoorden vormden samen de grove opzet van een nieuw gedicht. Ze moesten schuiven en ze mochten ook nieuwe woorden toevoegen, zolang het maar geen lange zinnen werden. Die werkwijze was voor allemaal een openbaring. Zo zijn er verschillende gedichten geschreven, thuis als huiswerk en ook tijdens de ontmoetingen.
Tijdens de tiende en laatste ontmoeting hebben de vrouwen in gezamenlijkheid zinnen gehaald uit alle gedichten die ze hadden geschreven. Uit die zinnen samen, als een collage bij elkaar gezet, ontstond het gedicht waar we uiteindelijk allemaal achter stonden.

Zwarte Populier
Laat ons genieten
van je pracht en kracht,
van regen vallend op je blad
en de wind die ze laat ritselen.
Je zult ons in het najaar
van gevallen bladeren
een stilleven tonen:
vijgen, wijnkan, oude kaas.
Ik vlieg in gedachten,
dromen zijn net eieren –
groei, populier, word groot,
geef kleine mensen hoop.

Ans Bos – Heeneman, Joke van Hoepen – Faile, Wil Geukens – Oltmans, Joke Martini – de Moor, Annie Brinkerink, Nol Sinselmeijer, Hanna de Feber – Wiebosch, bewoners van De Rode Flat aan De Evenaar, samen met Hein Walter.

Magnolia
Ik kwam na de herfstvakantie bij Frouke Hansum in de klas: klas 1CB1 van het Buitenhout College, een rustige klas met 21 leerlingen. Ik heb ze de eerste les een brief laten schrijven aan de Magnolia. Daarbij vroeg ik om heftige gevoelens, probeerde ik leerlingen te laten schrijven alsof ze een dagboek bijhielden. De Magnolia is in mijn beleving een romantische boom, een boom die heel kort maar prachtig bloeit met grote bloemen.
De brieven die de leerlingen schreven waren verrassend open en persoonlijk, soms vol met heftige dingen over hun thuissituatie, over herinneringen.
Die eerste ontmoeting verliep zo vloeiend en makkelijk dat ik over de tweede ontmoeting misschien te makkelijk heb gedacht. Die mislukte. De opdracht was om uit de brief kernwoorden te halen en die kernwoorden zo te formeren dat er een nieuwe orde ontstond, een abstract verhaal. Dat werkte totaal niet! Er was een derde les nodig voor een koersverandering. In die ontmoeting was de vraag om korte notities te schrijven over mooie momenten en over nare momenten. Dat werkte gelukkig wel.
Ik heb toen alle blaadjes mee naar huis genomen en uit die teksten een gedicht samengesteld waarbij ik van alle leerlingen iets heb overgenomen. Ik heb in een enkel geval de vrijheid genomen om de tekstvolgorde te veranderen zodat er een poëtische logica ontstond.

Magnolia
Jij bent de opkomende zon,
als je bloeit, dan straal je bol van verliefdheid,
glas, bloemen, dan vind ik liefde in mij.
Vandaag voel ik me schuldig, verpiefd,
bladeren vallen naar beneden – mis Mini klein.
Maar als ik jou zie, dan gaat mijn bloeddruk omhoog.
Ik voel me groeien, groter de wolken in,
volledig gevonden die verloren was.
Liefde is sterk, liefde is blozend geluk,
ik heb jou graag lief, ik voel me bij jou zo blij.
Magnolia klinkt ook mooi, zo bloems.
Door jou voel ik me veilig,
lijkt het net of de ongelukkige wereld verdwijnt.
Hou je van water?
Ik heb je laatst zien staan, zo prachtig in bloei.
Ik denk dat jij heel gelukkig bent,
de joepie spetterende liefde.
Klas 1CB1 van het BHC, leerjaar 2009-2010, samen met Hein Walter

Okkernoot
Een gedicht dat is ontstaan door de samenwerking met groep 8A van basisschool De Dukdalf. Ter hoogte van hun school zou op de Evenaar een okkernoot geplant worden. Door samen met hen het gedicht te schrijven, hoopte ik dat ze zich er blijvend mee verbonden zouden voelen. Ik werd in ieder geval steeds hartelijk en enthousiast ontvangen.
In de eerste les heeft groep 8 de boom nagetekend van een foto, de foto van een Okkernoot. Eerst hebben ze getekend: kijken, donker en licht, opbouw, details. Aanwijzingen en sturing hing af van de sfeer binnen de tekeningen en het niveau van de individuele kinderen. In de tweede les hebben we eerst gezamenlijk gesproken over de landen waar de okkernootboom oorspronkelijk vandaan komt: China en de Balkan. Niemand uit de klas was ooit in China geweest, maar over dat land had wel iedereen een beeld, een fantasie. De Balkan riep nauwelijks iets op.
Ze kregen eerst de gelegenheid om woorden te schrijven over China, daarna moesten ze verder gaan aan hun tekening en China tekenen zoals zij dachten dat het land eruit ziet.
In de derde les hebben de leerlingen zinnen geschreven bij de tekeningen. Hun tafels stonden in een kring, zodat ze makkelijk de tekeningen konden doorschuiven.
Ze kregen 2 minuten per tekening om een zin te schrijven op een apart vel papier. Om de twee minuten werden alle tekeningen doorgeschoven, zodat iedereen alle tekeningen te zien zou krijgen en er iets over zou schrijven wat opviel.
Er was ook ruimte voor taalspelletjes: vreemde woordcombinaties of een beperking, zoals het aantal lettergrepen of het aantal woorden. Of de zin moest beginnen met een werkwoord, of bijvoorbeeld met Ik.
In de vierde les moesten ze schrappen, nieuwe volgordes bepalen en een aantal korte zinnen schrijven. Die korte zinnen gingen vervolgens weer rond zodat alle kinderen ook teksten van andere kinderen zouden zien, maar dat werkte niet goed, de klas werd er onrustig van, dus daarmee ben ik snel gestopt.
Alle leerlingen hebben toen een eigen gedicht geschreven, met de korte zinnen die ze al hadden. Sommige leerlingen hebben het voorgedragen. De tekeningen waren al mooi geworden, maar hun gedichten vond ik echt bijzonder! Het waren gedichten geworden met een heel volwassen toon.
Ik heb die gedichten mee naar huis genomen en uit al die teksten stukken overgenomen, soms van een leerling een zin, van andere een paar woorden.
Ik heb al hun gedichten uitgetypt en de woorden die ik had overgenomen donker gemaakt, zodat ze goed zouden zien welke stukken gebruikt waren voor het uiteindelijke gedicht.

Aan het leven
De zon: een vuurrode draak, de grote klok,
Chinese vlag, hoge vlieger tussen de appels.
Natuur: het kleurrijke land, hoge bergen,
witte bergen, verlichte lampionnen aan de horizon.
De aarde: hij zweeft, hij valt uit de lucht.
De bergen leven in de dood, de Himalaya is een muur.
Ik ben alleen. Tussen de bergen.
Naast de boom. Hard weldadig vechten.
De walnotenboom is krachtig vuurwerk,
een schitterende kleurenexplosie, geluk.
Als je daar bent, zie je het.
Mooie okkernoot.
Dit gedicht is geschreven door 21 leerlingen van groep 8A, 2009/2010, van basisschool De Dukdalf, samen met Hein Walter